
Spotify: https://t.co/SwsKMjGn9k?amp=1
iTunes: https://t.co/P7tqAeKDn3?amp=1
Geen Serie A ditmaal, want we zitten midden in een – volgens ons volledig onnodige – interlandperiode. Desondanks blikken we vooruit op de kraker tussen Italië en het Nederlands Elftal en werpen we ook al een voorzichtige blik op de ‘uitgeklede’ Derby della Madonnina tussen Inter en Milan. Nu online!
Spotify: https://spoti.fi/3iP456A
iTunes: https://apple.co/34X5yD7
Sander Jonkman is na lange tijd weer terug en om dat te vieren besloten de Azzurri met maar liefst 9-0 uit te halen tegen het arme Armenië. Daarnaast proberen we kort te sluiten wie zich op dit moment de allerbeste speler van de Serie A mag noemen.
Spotify: https://t.co/SCgRcpV3DG?amp=1
iTunes: https://t.co/rwn2umakC7?amp=1
Twee jaar geleden kende het Italiaanse nationale team haar absolute dieptepunt. Eerlijk is eerlijk: het verval zat er al een paar seizoenen in. Op het WK 2014 werden de Azzurri al in de groepsfase uitgeschakeld na pijnlijke nederlagen tegen Costa Rica en Uruguay. Twee jaar later – op het EK 2016 – reikten de mannen van Antonio Conte nog wel tot de kwartfinale, maar bleek dat slechts een kleine opleving van een matige nationale ploeg te zijn. Conte vertrok en Italië stortte in.
De klap kwam in november 2017 uiteindelijk toch vrij hard aan toen de Azzurri zich voor het eerst sinds 1958 niet wisten te kwalificeren voor het WK 2018. Onder Gian Piero Ventura – die meer lijkt op een uitbater van Yab Yum dan op een bondscoach en wiens voetbalprincipes wel héél erg conservatief bleken – gingen de Italiaanse diva’s er in de play-offduels af tegen Zweden. 1-0 in Solna. 0-0 in Milaan. Zweden naar Rusland. Italië bleef thuis. Voor schrijver Marco Bellinazzo genoeg reden om een boek te schrijven. ‘La fine del calcio Italiano’, vrij vertaald: het einde van het Italiaanse voetbal. Het komt me bekend voor.
CT
Tijd voor een frisse wind. Gian Piero Ventura werd verguisd, ontslagen en keerde terug naar Ibiza en de Italiaanse bond ging op zoek naar een nieuwe trainer. Stiekem hengelde Roberto Mancini – na zijn vertrek bij Inter, waar hij werd opgevolgd door Frank de Boer, zonder club – al een paar seizoenen naar het bondscoachschap. Het leek de oud-manager van onder meer Manchester City enorm interessant om het Italiaanse voetbal weer her op te bouwen. Zo geschiedde. Mancini werd aangesteld als nieuwe comissario tecnico della nazionale Italiana. Bondscoach, dus.
Ondergetekende had het niet verwacht, maar de aanstelling van Mancini bleek een schot in de Italiaanse roos. De best geklede trainer ter wereld zorgde voor nieuw elan bij de nationale ploeg van het best geklede land dat er is. Was de start – met een nipte overwinning op Saudi-Arabië en een nederlaag tegen Frankrijk – nogal stroef, begon het daarna op alle fronten enorm goed te lopen.
Structuur
Mancini schiep orde in de chaos, was streng, maar benaderbaar en vond al snel een geschikte modus operandi. De Azzurri zouden in een 433-formatie aantreden, waarbij de focus op defensieve zekerheid zou liggen en waarin er in aanvallend opzicht ruimte voor creatieve individuen zou worden ingeruimd. Het doet sterk aan het huwelijk tussen Ronald Koeman en het Nederlands elftal denken. Net als Koeman liet Mancini het vanaf zijn aanstelling niet na om door te selecteren en gaf hij direct de kans aan nieuw, relatief onbekend talent.
Voorbeelden? Supertalent Sandro Tonali werd al opgeroepen op het moment dat hij met Brescia nog in de Serie B speelde, middenvelder Stefano Sensi verdiende al een basisplek op het moment dat hij nog bankzitter bij middenmotor Sassuolo was en Gaetano Castrovilli – de middenvelder van Fiorentina met een even grote passie voor klassieke dans als voor voetbal – maakte afgelopen vrijdag zijn debuut. Het selectiebeleid, de tactiek en de rust van Mancini zorgden voor een frisse wind om en rond het Italiaanse nationale elftal. Het sentiment werd gigantisch snel gekeerd.
Herrijzenis
Het resultaat mag er dan ook zijn. Twee jaar na het drama tegen Zweden weet weer wat winnen is. De nationale ploeg kwalificeerde zich het snelste ooit voor een eindtoernooi en mag zich opmaken voor drie EK-duels in Rome, alwaar de nieuwe helden hun kunsten in het Stadio Olimpico mogen gaan vertonen. Het land is weer trots op de eigen spelers en de nationale ploeg is weer een klein lichtpunt voor het (voetbal)zieke Italië. Het Fratelli d’Italia mag weer écht gepassioneerd ten gehore worden gebracht.
De herrijzenis van Italië is grotendeels te danken aan Roberto Mancini. De wonderdokter heeft de Azzurri er razendsnel gekregen en pardoes is het nationale team een kanshebber voor de Europese titel. Wie weet staat Italië straks wel in de finale van het EK. Het zou me niet verbazen als Nederland daarin de tegenstander is. De Italiaanse Koeman tegen de Nederlandse Koeman. En dat op Wembley.
De Azzurri doen goede zaken in de EK-kwalificatie en door de interlandperiode hebben we ook eindelijk de tijd gevonden om eens te praten over de lagere regionen van het Italiaanse voetbal. Nu live!
Spotify: https://t.co/8YJwQeh8kG?amp=1
iTunes: https://t.co/pdTBRqCYAs?amp=1
We hebben wel eens leukere interlandbreaks meegemaakt, maar gelukkig geeft dat ons ruim de tijd om lekker te keuvelen over de spitspositie bij de Azzurri en het salarishuis van alle Serie A-ploegen, nu alle lonen door de Gazzetta dello Sport weer zijn onthuld!
Spotify: https://t.co/TR04YSkBOu?amp=1
iTunes: https://t.co/vcFrL11jss?amp=1
In de vijfde aflevering van Lo Stadio bespreken Willem Haak en Wesley Victor Mak de huilbui van Gonzalo Higuain, de slechtste bondscoach aller tijden – CT Ventura – en kijken we voor het eerst naar toekomstig wereldster Sandro Tonali.
Spotify: https://t.co/awXeE20gCA?amp=1
iTunes: https://t.co/ZohpQpkEl7?amp=1
“E’ il quinto rigore…”
9 juli 2006, het is iets over half elf en meer dan 25 miljoen Italianen houden hun adem in. Eén daarvan is Fabio Caressa, commentator van beroep. Vijf strafschoppen eerder schreeuwde de geboren Romein zich nog helemaal schor als David Trézéguet de bal oog in oog met Juventus-collega Gianluigi Buffon via de onderkant van de lat net vóór de lijn terug het veld in ziet stuiteren, maar na de benutte strafschoppen van Daniele De Rossi, Éric Abidal, Alessandro Del Piero en Willy Sagnol is het 28 seconden doodstil op praktisch ieder Italiaans televisietoestel. Het wachten is op die beslissende, bevrijdende penalty.
Waar gelijksoortige bloedstollende, en daardoor historische, strafschoppen over het algemeen worden genomen door de Grootsten der Aarde, is dat op die zomeravond in Berlijn niet het geval. Op het gras van het Olympiastadion staan stuk voor stuk grote namen, van Fabio Cannavaro tot Gennaro Gattuso, maar dé kans op absolute wereldfaam en een eeuwige vermelding in de geschiedenisboeken valt die avond niet te beurt aan de latere Ballon d’Or-winnaar of aan de middenvelder die het jaar daarop zowel de Champions League, de Europese Supercup als de wereldtitel met AC Milan zou veroveren.
“…Fabio Grosso”
De 28-jarige linksback groeit op in Pescara, een kustplaatsje in de regio Abruzzo, maar staat in de beginjaren van zijn carrière allerminst bekend als verdedigend loopwonder met de longinhoud van een paard. Op zijn 17e debuteert Fabio voor Renato Curi, de tweede club van Pescara die uitkwam in de Eccelenza, de Italiaanse vijfde divisie, waar hij excelleert als aanvallende middenvelder en tot maar liefst 47 doelpunten in 108 optredens komt. Het is pas in 2001 – slechts vijf jaar voor de WK-finale tussen Italië en Frankrijk – dat toenmalig Perugia-coach Serse Cosmi de trequartista voor het eerst inzet als linksback. En dat doet Fabio helemaal niet slecht: hij maakt de overstap naar Palermo, verdient kort daarna een prachtige transfer naar landskampioen Internazionale en maakt zelfs deel uit van de Italiaanse selectie die mag gaan strijden voor de wereldtitel in Duitsland. Het hoogtepunt van zijn carrière.
“Palla tagliata, messa fuori, c’è Pirlo, Pirlo, Pirlo, ancora Pirlo di tacco, tiro… Goooool! Goooool! Goooool! Grosso!”
4 juli 2006, vijf dagen voor de WK-finale. Fabio Caressa wordt gek als Andrea Pirlo de bal in de laatste minuut van de tweede helft van de verlenging aflegt op de meegekomen Fabio Grosso, die de bal zonder ook maar één moment te twijfelen met links in de verre hoek krult. De linksback barst in tranen uit en sprint vol ongeloof richting de zijlijn, waar hij onmiddellijk wordt bedolven onder teamgenoten en leden van de technische staf. Uitgerekend hij, Fabio Grosso, pas voor het eerst actief op een internationaal toernooi, brengt miljoenen Italianen in extase door gastland Duitsland uit te schakelen en Italië naar haar zesde WK-finale ooit te schieten. Een droom die uitkomt, hier komt niets ook maar bij in de buurt.
Terug naar 9 juli 2006, al ruim 25 seconden klinkt er een oorverdovende stilte uit de microfoon van Fabio Caressa. Op het veld richt Fabio Grosso zijn blik vluchtig richting hemel en dan op de bal. Beide mannen ademen nog één keer uit diep uit en maken zich op voor wat komen gaat.
“Goooool! Goooool! E allora diciamolo tutti insieme, tutti insieme! Quattro volte: CAMPIONI DEL MONDO, CAMPIONI DEL MONDO, CAMPIONI DEL MONDO, CAMPIONI DEL MONDO!”
Door Wesley Victor Mak